Ik lig in bed, hang in bed.
Na een half jaar thuis met een verwaarloosde hersenschudding is er veel gebeurd.
Thuiszitten heb ik tot topsport verkozen. Geen hockey meer, geen enkele sport beoefen ik nog dan de mentale sport om mijzelf vrolijk te houden en ontspannen.
Werken is er niet bij, ik ben te moe, kan mij niet lang genoeg concentreren. Ik kan niet lang lezen, want dan duizelen de woorden en dansen de zinnen en herinner ik mij niet meer wat ik lees. Wat uitmondt in hoofdpijn. Zo frustrerend. Ik houd van de afwisseling, de sociale interactie, samenwerken, ideeën genereren, oplossingen bedenken, mensen helpen. Ik wil heel graag weer wat doen. Dus ging ik presenteren op een hogeschool en dat ging goed. Maar daarna moet ik twee dagen bijkomen.
Maar weet je. Laat die carrière nu maar. Ik wilde ook nooit bewust carrière, dat niet. Misschien straks weer werken.. Maar tis zo gezellig om te werken. Om je nuttig te voelen. Ik ben nu vast ook heel nuttig. Op mijn manier. Er zal hier wel een reden voor zijn.
Ik dwaal af. Want dat is ook niet erg meer. Ik heb alle tijd..
Fietsen kan ik niet, jawel technisch gezien wel:-) maar als ik nu op de fiets zit, beweegt alles te veel om mij heen en ik zelf ook, wat zo verwarrend is geworden dat ik duizelig wordt. M’n ogen dicht doe en hoofdpijn krijg. M’n motoriek, m’n spraak werkt dan niet meer goed en ik heb dan moeite met praten. Dus vergeet het fietsen.
Maar ik heb met mijzelf afgesproken dat dit mijn eerste doel is om te bereiken: fietsen. Als ik straks weer kan fietsen, oh my… Dan trek ik een fles champagne open. Huil ik tranen van geluk. Want je wil half niet weten hoe jaloers ik ben op al jullie race monsters op je brakke stadsfietsen en ook mooie racefietsen. Met jullie haren in de wind, met koude handen aan het stuur.
Dan maar met de bus verplaatsen. Ging goed. Totdat ik met de therapie die ik nu volg aan m’n evenwichtsorgaan werk en nu kan ik echt niet meer in de bus zonder misselijk te worden. Ik moet altijd zitten. Ik waggel als we gaan rijden en kan m’n evenwicht niet houden om te blijven staan. Door de therapie is elke bobbel waar de bus overheen rijdt een ware misselijkheidsrace geworden. De bochten die we nemen zijn zoals iemand achterin wagenziek wordt en de herrie in de bus van gezellig kletsende mensen een oorverdovend geluid. Het lijkt dan alsof ik in een verkeerde film ben beland.
En aangezien ik m’n haren roze heb geverfd voor een beetje ‘kleur in m’n leven’, herkent de buschauffeur mij op lijn 8. Omdat ie mij twee tot drie keer per dag met de bus ziet gaan als het slecht weer is en mij dus vanaf nu begroet.
Inmiddels is het weer in mijn voordeel, zonneschijn!
Ik loop graag. Rustig. Heel ver. Liefst niet door de stad, wat een drukte. Niemand heeft door dat ik mij verbaas over hoe mensen al bellend oversteken, inhalen op het laatste moment op de fiets voor die halve seconde voorsprong om niet te laat op het werk te komen en de fietsers die massaal door rood rijden. Idioten.
Lunchen in je middagpauze en wandelen tegelijk, pratend ontspannen. Ik word al moe bij het aangezicht.
Ooit deed ik dat ook en niet zo lang geleden ook. Maar ik kan het me bijna al niet meer voorstellen.
Het gekrioel op zaterdag in de stad, de explosie van mensen door het terras weer. De mierenhoop die oversteekt bij de Bijenkorf, het kudde vee dat op centraal duwt en rent om die ene trein te halen. Ik aanschouw, doe niet meer mee. Ik ben daar te sloom voor. Ik merk dat ik vaak in de weg loop. Reageer traag als iemand vluchtig en haastig begint te schreeuwen tegen mij op de roltrap “mag ik er even langs!”
Sorry ik wil wel reageren maar alles komt vertraagd binnen en ik probeer mijn voeten op de roltrap te verplaatsen door eerst naar mijn voeten te kijken. En dan te bewegen en dan is het… Te laat. Goh.
Goh. Haast en stress. Nee ik ben meer een schildpad. Een lieve schildpad, als ik dat over mijzelf zou moeten zeggen. Maar wel een slome lieve schildpad.
Ik krijg stress van het niet meer kunnen. Van het geconfronteerd worden met m’n beperkingen. M’n moeilijke geheugen. Had ik nou ingecheckt? Waar is m’n Ov? Stap ik bij de juiste halte uit?
Doe ik vandaag niet teveel? Of juist te weinig? Ik ben zo misselijk kan ik straks nog naar de albert Heijn, of koken? Komt het ooit nog goed met mij? Moet ik nog een andere therapie gaan vinden? Duurt dit allemaal niet te lang? Ben ik niet gewoon gek?
Snachts word ik wakker van nachtmerries en ben ik volledig in paniek over mijn gezondheid en soms slaap ik als een roos. Zo vermoeid dat een comateuze toestand het beter omschrijft.
Voor mijn therapie dacht ik weer alles op te bouwen, ik was immers al sinds oktober thuis. Eind januari voelde ik me alweer een stuk beter. Dacht ik. I was wrong. Een goede poging gedaan, dat wel. Alles weer proberen op te pakken. Langzaam aan activiteiten proberen, mij weer in de menigte gooien zo nu en dan. Dat was het advies van het UMC.
O ja, laten we dit tussen ons houden maar het UMC zegt dit, de neuro psycholoog zegt dat, de ergotherapeut zegt zo.. En allemaal weten ze het maar een beetje. En een beetje niet. Niemand weet het. Dat heb ik nu geleerd. Laten we tussen ons houden. Ze proberen het allemaal maar hier is geen antwoord op. Wanneer ik beter word? Of ik beter word. Zijn geen antwoorden op. Ik hoop van wel. Want ik ben moe van het heen en weer gezwaai. De geneeskunde snapt niets van hersenletsel. Only some are brave enough to admit that.
Nu weet ik dat ik m’n zintuigelijke prikkels heb onderdrukt en mijn hoofd door alle schade graag in een overlevingsstand gaat staan. Op het terras is gezellig en zonnig denkt m’n hoofd. Is goed voor je! Maar m’n zintuigen schudden hun hoofd en zeggen, nee Jeanne, je betaalt de prijs vroeg of laat. Wij zijn er nog niet klaar voor.
En dan lig ik weer moe op bed. Overprikkeld. Teveel geluid, teveel licht. Het leek allemaal zo mooi. Maar de zintuigen eisen rust. Ik wil ook eigenlijk wel rust. Maar ook nog zoveel andere dingen. Vaak huil ik een beetje. Gewoon even huilen, omdat de realiteit weer even inslaat. Gelukkig ben ik niet depressief en daarin red mijn hoofd mij ook weer heel paradoxaal: door het hersenletsel vergeet ik veel momenten die niet leuk zijn, ook die wel leuk zijn. M’n hoofd leeft monotoon en elke dag lijkt wel een verassing. Gelukkig;) dat maakt m’n toestand ook weer comfortabel. Maar wel onrealistisch. M’n zintuigen brengen mij weer terug in die realiteit. Ik ben zo blij dat ik door de therapie nu oefeningen doe en mij bewust word van alle processen, maar het is ook heel confronterend. Ik kan nog niet veel:-(
Dat frustreert me mateloos. Halloooo! Sinds wanneer zijn mijn zintuigen de baas?!
Zelfs mijn hoofd heeft zin in iets anders. Het heeft namelijk nu wel lang genoeg geduurd. Jeanne heeft zich maanden lang rustig gehouden, geef haar ook eens credits. En moet je kijken wat ze hiervoor laat!
Maar nee. M’n zintuigen zijn onverbiddelijk. M’n evenwichtsorgaan ook. En stiekem is mijn hoofd aan het puberen. Ah.. Mogen we een uurtje langer opblijven?
Het antwoord is NEE
Dus nu is het advies rust en ontspanning. Plus oefeningen voor m’n evenwicht en luisteren naar m’n zintuigen. Niet naar m’n hoofd, m’n ego, m’n dromen, m’n persoonlijkheid en m’n normen en waarden. Nee. Luisteren naar m’n zintuigen zodat ik daaruit kan afleiden hoe het gaat met m’n hoofd.
Mijn moeilijkste opdracht ever. Heeft het zin? Dat hoop ik. Kans op herstel? Fifty-fifty. Hopen jullie mee?
Liefs Jeanne
Ps:
Ik wil iedereen bedanken die mij dagelijks wekelijks en maandelijks steunt:) want deze hele tour heeft me ontzettend bewust en nog dankbaarder gemaakt, ondanks dat ik af en toe ook compleet @€# van wordt.
Geef een reactie