De mensen die ik laatst nog heb gesproken weten al dat ik enorme vooruitgang geboekt heb in mijn herstel! En iedereen vraagt natuurlijk hoe kan dat? Ik doe een poging hieronder 🙂
Ik besef nu in het bijzonder op wat voor manier rust mijn herstel heeft beïnvloed. Zoals je weet wordt bij een hersenschudding altijd geadviseerd om rust te houden. Ik denk dat ik nu pas eindelijk begrijp wat rust betekent en hoe belangrijk het is onderscheid te maken tussen de verschillende soorten om echt rust te ervaren:
(1) lichamelijke (fysieke) rust,
(2) cognitieve rust (denken, ratio) en
(3) emotionele rust (gevoelens en emoties).
Elke hersenschudding is anders en elke persoon ook. Maar wellicht heb je wat aan mijn verhaal. In deze blog zoom ik in op de emotionele rust, dat komt omdat ik vind dat die onderbelicht is ten opzichte van de cognitieve en fysieke rust (en anders wordt deze blog echt te lang ;). De laatste twee komen veel meer in de conventionele behandelingen van hersenschudding aan bod.
De vicieuze cirkel
Ik heb het altijd belangrijk gevonden om de effecten van een hersenschudding op én lichaam én geest én emoties te zien, want door de klap kreeg ik zowel fysieke-, cognitieve- als emotionele klachten.
Ik leerde bij revalidatie over ‘vermoeidheid bij hersenletsel’ hoe de verschillende klachten elkaar beïnvloeden: door de hersenschudding had ik meer moeite met verwerken van informatie en was ik dus sneller moe. Daardoor werd ik weer sneller labiel en kon ik minder aan, raakte ik eerder geïrriteerd, waardoor mijn hoofd overbelast raakte, waardoor ik weer overprikkeld werd en mij daardoor niet meer kon concentreren en moe was. De bekende vicieuze cirkel. Deze wilde ik graag kunnen doorbreken maar dat ging helaas niet vanzelf.
De revalidatie en therapie die ik heb gehad zijn gericht geweest op of alleen cognitie, of alleen psychisch, of alleen puur lichamelijk. Begrijp me niet verkeerd, ik heb er veel van geleerd en aan gehad. Ik werkte gretig aan cognitieve rust en lichamelijke rust en maakte wat vorderingen. Maar met één aspect werd niets gedaan: door de tegenslagen met het UWV, tegenstrijdige adviezen van behandelaars (of onkunde), de medische discussies die uitliepen op onbegrip, etc. werd de berg van emoties steeds groter.
De focus bleef vooral op lichamelijk en cognitieve rust liggen, zoals de ontregelde aandacht in de vorm van concentratie- en geheugen problemen, terwijl ik juist behoefte had aan het omgaan met alle veranderingen en emoties die daarbij hoorden. Ook kreeg ik verschillende diagnoses en dat vertaalde zich ook naar cognitieve onrust en daardoor weer emotionele onrust. Na mijn hersenschudding spookten er vele gedachten (= cognities)in mijn hoofd waar een duidelijk antwoord op moest komen. Duidelijkheid betekent cognitieve rust. Om überhaupt te herstellen, realiseerde ik dat alleen het creëren van cognitieve en lichamelijke rust niet genoeg is. Het werd tijd om meer aandacht te besteden aan emoties en gevoel!
Limbisch systeem
Dus dat heb ik dit voorjaar gedaan. Ik las een artikel van een voormalig neuroloog, die al deze factoren vanuit een neurobiologisch perspectief samen ziet komen in het limbisch systeem van je hersenen. Logisch, want naast de cognitie worden ook de emoties in de hersenen gereguleerd. Zijn limbische verklaring stelt dat door de emotionele reactie op zoiets als een hersenschudding (of whiplash, etc.) er emotionele disregulatie kan optreden. De emotionele reactie kan ervoor zorgen dat onze oude verdrongen emoties actief worden. Samen kunnen ze zo de klachten van bijvoorbeeld een hersenschudding vasthouden en later door de onrust nieuwe lichamelijke klachten toevoegen[1].
Om die reden ben ik de afgelopen maanden intens in mijn emoties en gevoelens gedoken. Ik kon hierdoor emoties bekijken en verwerken, waardoor ik rust kreeg in mijn hoofd en ik meer energie kreeg. Maar toch stagneerde het succes, klaarblijkelijk waren die verdrongen emoties nog niet helder genoeg. Volgens de theorie lag de oplossing in het vinden van de belangrijkste persoonlijke emotie, de stressor. Maar hoe kwam ik daar? Daar neem ik je in mee.
Verdrongen emoties vinden
In het boek van de voormalig neuroloog staat op pagina 146 een mooi patroon beschreven die ik heb gebruikt om bij mijn verdrongen emoties te komen, namelijk via je kindemoties. Om kindemoties aan te wakkeren haalde ik herinneringen op van mijn kindertijd wat ik als kwetsend heb ervaren en indruk heeft gemaakt. Dat is voor iedereen verschillend, maar bijvoorbeeld die keer dat je gepest werd, of iemand je uitlachte.
Ik begreep van hem dat kindemoties als eeuwig en enorm ervaren worden, want als kind heb je nog geen relativerend vermogen zoals volwassenen. Zo kon ik mijn kelder aan verdrongen emoties eens van binnen bekijken. Bij mij bleek het gevoel van afwijzing de stressor te zijn, dat gaf zoveel emotionele onrust in mijn hoofd.. Dat sloot aan op o.a. mijn ervaringen van nu met bijvoorbeeld het UWV of het onbegrip van een arts.
Een belangrijke versterker van mijn gevoel van afwijzing is de iatrogene invloed van de artsen geweest, die de emotionele onrust niet wegnamen maar juist aanwakkerden. Ik had bij de ene therapie geleerd om juist een beetje over mijn grenzen te gaan, want dat was belangrijk om vooruit te komen. Bij andere therapie zei men vooral: luister naar je klachten en ga niet over je grenzen heen! Het was tegenstrijdig.
Afwijzing neutraliseren
Als je het gevoel van afwijzing (pijn) wilt voorkomen, ben je als mens geneigd te gaan pleasen of flink te zijn. Je eigen wil en verlangens willen gevoed worden, dat zijn hele basale behoeften. Pleasen en flink houden kan soms heel nuttig zijn, waarbij je je richt op voldoen aan de verwachting van een ander (normgedrag). Teveel van dit gedrag kan destructief zijn omdat je je eigen grenzen/gevoel overschrijdt dan wel negeert om maar te voorkomen dat je dat gevoel van afwijzing ervaart. En het fascineerde mij in hoeverre die emoties in deze tijd nog steeds spelen in een bepaald gedragspatroon zoals pleasen en perfectionisme.
Dat kost energie en kan je zien als een energielek. Doordat ik me bewust werd van deze patronen kon ik mijn energielekken ontdekken en als volwassene nu zelf kiezen: of ik ga pleasen (kost energie en negeer ik mijn eigen gevoel) of ik handel naar mijn ‘Eigen Wil’ en kan ik het gevoel van afwijzing opzijleggen.
Hier heb ik veel mee geoefend, want ik heb aan het begin moeite gehad om mijn eigen patronen hierin te herkennen. Het was gemakkelijker mijn angst voor afwijzing door pleasen niet te voelen. Ik deed dit automatisch en was mij er niet van bewust. Ook moest ik leren het afwijzingsgevoel niet uit de weg te gaan en beseffen dat het een kindgevoel was dat toen geldig was, maar nu niet meer.
Een klein voorbeeld: Iemand vraagt of ik hem kan helpen. Automatisch zeg ik ja en laat alles uit mijn handen vallen. Als ik klaar ben voel ik mij niet prettig, moe geïrriteerd (negatieve emoties). Ik loop mijn keuken in en zie dat ik bezig was met koken. Ik realiseer mij op dat moment, dat ik automatisch ja zeg. In het vervolg probeerde ik er op te letten en de volgende strategie te hanteren:
Iemand vraagt om hulp.
Stap 1: Wat wil ik? (i.p.v. automatisch antwoorden) ‘Jà, ik wil helpen maar niet gelijk’.
Stap 2: Ok, of ik bied de ander aan straks te helpen en anders kan ik nu niet helpen.
Stap 3: het antwoord is ‘Ja, straks’, of anders ‘Nee’.
Dit is een klein voorbeeld, maar heel nuttig omdat ik op dit niveau goed kon oefenen. Ik zag wel hoe het automatisme hier ‘Ja’ had geantwoord, terwijl toen ik naar mijn gevoel keek, mijn antwoord ‘straks of nee’ zou zijn. Dat was mijn patroon, automatisch ja zeggen (en dus de afwijzing van de ander voorkomen).
Vóór de hersenschudding kon ik ook ‘Ja’ zeggen, want ik had veel energie. Maar na de hersenschudding niet, ik had te weinig energie. Ik had al mijn energie en aandacht nodig voor koken en herstellen. Wel realiseerde ik mij dat ik voor mijn hersenschudding ook makkelijk klaarstond voor anderen. Daar werd ik niet ziek van, want ik was stabiel genoeg qua cognitie, lichaam en emoties, maar het kostte ook energie. En bij teveel ging dat natuurlijk ook opspelen, dus altijd handig om bewust van te blijven. Maar toen kreeg ik er geen heftige klachten van zoals na mijn hersenschudding (en dus de emotionele disregulatie) wel het geval was.
De behandeling gaf mij duidelijkheid, cognitieve en emotionele rust. Het voelde wel heel prettig en rustgevend dat ik nu ook tools had waarbij ik zelf de uitslag kon beïnvloeden. Uit de behandeling kwam een enorme boost aan emotieve rust waardoor mijn klachten van vermoeidheid snel slonken. Waardoor ik merkte dat ik cognitief meer aankon en ook de overprikkeling minder werd. Dat maakte mij weer krachtig en kreeg ik vertrouwen terug in mijzelf. Een hele nieuwe dimensie aan het woord ‘zelfvertrouwen’!
Laat ik voorop stellen dat dit niet makkelijk was, ik heb er maanden, soms 7 dagen per week, intensief aan gewerkt om de stressor helder te krijgen. Door de automatismen (patronen) heeft het maanden geduurd voordat we deze ontfutselt hadden.
Ik leerde opnieuw dat mijn emoties en grenzen mijn belangrijkste goed zijn. Het klinkt zo logisch nu, maar dat was het niet. Ik was zo vast gelopen en door de hersenschuddingsklachten en tegenslagen was ik op mijn kwetsbaarst.
Toen ik dit patroon ging leren doorbreken, probeerde ik mild te worden voor mijzelf en anderen. Want jezelf en anderen afwijzen in dit proces is ook heel makkelijk 😉 Ik realiseerde mij dat iedereen in bepaalde mate te maken heeft met afwijzing. De een worstelt hiermee zoals ik en de andere nauwelijks. Ik vind het een extra geschenk dat ik die patronen bij anderen nu ook snel doorzie.
Soms word ik nog overmand door emoties. Ik kreeg op 19 augustus 2012 die hockeybal tegen mijn slaap, dat is nu 4 jaar geleden. Ik merk dat ik tijd nodig heb om deze periode van ziekte te verwerken.
Maar er gaat nu weer een wereld voor mij open. Zoals staan in de tram, zonder last te hebben van mijn evenwicht. Na zoveel tijd heel emotioneel en bizar om te ontdekken dat het weer kan! Zo herontdek ik de wereld weer en neem ik een momentje om alles te laten bezinken. Ik heb geen spraak en motorische problemen meer gehad sindsdien. Soms voel ik nog iets opkomen, zodra ik weer over mijn emotionele, lichamelijk en fysieke grenzen wil gaan. Maar ik heb inmiddels aan mijzelf bewezen dat ik die controle heb en kan houden!
[1] Hij licht dit verder toe in zijn boek ‘Zakendoen met emoties’ (2015) M. Klaver.
Geef een reactie