Jeanne: Weer een hersenschudding?

Terwijl ik naar huis fietste van een verjaardag, voelde ik een harde klap op mijn hoofd. De pijn dringt door en ik voel direct een golf van duizeligheid, misselijkheid en hoofdpijn opzetten. Wat bleek, een kind van 6 wilde vanuit de speeltuin een stok op straat gooien, terwijl ik langsfietste. Ik schrok enorm!

Door mijn fysieke klachten kwamen ook direct herinneringen omhoog van de in het verleden opgelopen 4 hersenschuddingen. Ik kende dit gevoel als geen ander. Al snel kwam de paniekgedachte, ik zal toch niet weer…? Mijn paniek veranderde in boosheid. NEE, ik wil dit niet meer! De emoties en gedachten vlogen als een kip zonder kop door mijn hoofd.

Cruciale gedachtenspinsels

Terwijl ik stilstond probeerde ik na te denken, ok, wat moet ik nu doen? Ik was net naar de Concussion Conference in Berlijn geweest waar alle wetenschappers uit de hele wereld bij elkaar waren gekomen om hun laatste kennis over hersenschuddingen te delen. En ik had mijn herstel te danken door te leren begrijpen welke rol emoties hierin spelen. Hoe verdrongen emoties fysieke klachten kunnen veroorzaken in het limbisch systeem van je hersenen (lees hier mijn vorige blog over het limbisch systeem).

Dat stelde mij gerust; ik weet inmiddels ontzettend veel van hersenschuddingen, dat scheelt. Maar toch bleef ik in paniek, door alle klachten die ik voelde. Ironisch was het wel, ik had net een week voor dit incident mijn WIA stopgezet. Die beslissing had ik gemaakt omdat ik zoveel energie kwijt was aan administratie. Ik stak deze energie liever in het opzetten van mijn eigen bedrijf. Ik moest het UWV echt overtuigen. De reactie van de arbeidsdeskundige speelde opnieuw af in mijn hoofd “Maar weet je het zeker dat je je WIA stop wilt zetten, met jouw ziekteverleden heb je een grote kans op terugval?”

Tja, daar was ie dan, nu al een ‘terugval’. Daardoor werd ik ook verdrietig en overviel mij een zwaarmoedige gedachte; ik had niet de mentale veerkracht om nog een keer 4 jaar ziek te zijn en alle bijkomende zorgen te dragen. Ik zuchtte diep. Daarna zette ik resoluut mijn fiets op slot en liep vastberaden de speeltuin in. Ik besloot dat het genoeg was geweest.

Relativering

In de speeltuin had het kind zich inmiddels verstopt met wat andere kinderen achter een boom (heel schattig als een meisje van 10 met een knalroze trui zichzelf achter en boom probeert te verschuilen ;)) Dat dempte al een beetje mijn woede en moest ik stiekem om lachen. Een kinderleidster kwam aanlopen en riep de kinderen bij elkaar om eerlijk op te biechten wat er gebeurd was.

Ik zag de bange gezichten van de kinderen en realiseerde mij dat ik best bedreigend over kwam. Dat die kinderen waarschijnlijk aan het spelen waren en per ongeluk die stok op straat hadden gegooid. Vervolgens hadden gezien dat de stok op mijn hoofd was gekomen en ik daarna resoluut af ben gestapt en de speeltuin in kwam lopen…de kinderen daardoor weg waren gerend om achter een boom te schuilen. Zij waren bang voor mij.

Het relativeerde mijn emoties en mijn gedachten. Ik was eerlijk gezegd in eerste instantie super boos op dat ‘rotjong’ en zag mijn hele leven alweer aan mij voorbij gaan met UWV rechtszaken, ellendig voelen, thuiszitten en veel beroep doen op mijn omgeving. Natuurlijk was ik boos! Of was ik bang? Ik had afgelopen jaar geleerd, dat boosheid meestal een reactie uit angst is om jezelf te beschermen, omdat je je aangevallen voelt. Ik voelde mij aangevallen, want die stok kwam uit het niets! Dus ik wilde mij automatisch verdedigen. Ah, concludeerde ik, ik was dus ook bang.

Maar moest ik mij echt verdedigen tegen een kind van 6? Ik voel mij aangevallen door een kind van 6..die aan het spelen is. Dat klinkt niet realistisch. En ik kan een kind van 6 prima aan..o ja, ik ben zelf 33 en volwassen. Door het gevoel van boosheid en angst merkte ik dat ik mij heel onzeker voelde een heel klein.

Uitspreken

Toen ik voor de aandoenlijk bange gezichtjes stond,  slikte ik daarom mijn boosheid in en probeerde mijn woorden anders te gaan formuleren.  “Ik ben heel erg geschrokken.. ik ben niet boos op jullie. Ik heb alleen al 4 keer eerder iets op mijn hoofd gekregen en daardoor ben ik heeeel lang ziek geweest. Gelukkig ben ik net weer beter en daardoor schrik nu heel erg. Dat wil ik jullie vertellen.”  Een jongen met een beginnend snorretje zei daarop “Ik heb het niet gedaan mevrouw!”. En daarna gelijk “Maar ik snap wel dat u geschrokken bent mevrouw!” De moeder van het jongetje van 6 bood haar excuses aan namens haar kind.

Dat deed mij goed. Ik voelde opluchting dat ik het eerlijk tegen ze kon uitspreken en dat zij het begrepen. We hadden elkaar hierin gevonden. Als ik die boosheid niet net een luttele seconde daarvoor gerelativeerd had, had ik de kinderen nog banger gemaakt met mijn boosheid. Hadden we elkaar hierin wellicht niet gevonden en misschien wel ruzie gekregen met de moeder van het kind. Zij waren ook erg geschrokken en zouden de emoties van beide kanten alleen maar negatiever worden.

Stress en angst, daar heb ik door mijn ziekteproces zo ontzettend veel over geleerd. Door deze kennis snapte ik uiteindelijk ook hoe mijn klachten na deze stok op mijn hoofd snel weer verdwenen. Daar vertel ik in mijn volgende blog meer over 🙂

Liefs Jeanne

Geef een reactie

%d